Wanneer
na het eten de volwassenen begonnen met vertellen, dan hielden wij
ons zo stil mogelijk om te voorkomen dat we naar bed moesten. De ooms
vertelden dan stoere verhalen over jagen, vissen en hoe ze gelachen
hadden in het jappenkamp. De tantes hadden meer interesse in koken,
kwaaltjes en onverklaarbare zaken.
Deze
verhalen over Goena Goena en Stille Kracht zijn een wezenlijk onderdeel
van mijn/onze Indische wortels en graag zou ik deze wonderlijke verhalen
verzamelen "ter lering ende vermaak."
Heb je
zo'n wonderlijk verhaal, mail me dat dan. Ik zal het graag op de site
zetten.
-------------------------------
Peggy,
een nichtje van mijn moeder woonde voor haar studie bij Oma Lucy in huis,
als zusje en vriendin van mijn moeder. Ze overleed echter onverwacht en
men hield een wake waarbij mijn moeder ook aanwezig was. Om de baar waar
het nichtje lag, werd fijn rijstemeel gestrooid om te zien of ze door
geesten werd bezocht. In de ochtend stonden er afdrukken van een
kindervoetje rond de baar, terwijl niemand was weggeweest en niemand in
slaap was gevallen. Voor iedereen was dit kindervoetje het bewijs dat
Peggy door een goede geest was opgehaald.
Mady
Een
vriendin van mijn oma Lucy lag opgebaard. Het was bekend dat ze ruzie
had gehad met een vriendin waaraan ze een grondige hekel had gekregen.
Ze wilde deze ex-vriendin ook nooit meer zien. Er werd een wake gehouden
en familie, vrienden en buren kwamen afscheid nemen. De voormalige
vriendin was niet uitgenodigd, maar toen ze zo brutaal was om toch te
komen, begon het lijk vreselijk te stinken. De vrouw werd gevraagd weg
te gaan, waarna de stank vrijwel meteen verdween.
Mady
Het was oktober. Hier in het diepe zuiden van
Frankrijk wordt het koud (ja zelfs hier, maar dat is een geheim).
Sommige dieren -zelfs mensen- gaan dan nog meer zuidelijk. Slangen
kunnen dat niet en zoeken een warm plekje voor de winter. Een ervan
besloot in mijn werkplaats te overwinteren. Het slangetje heb ik nog
niet gevonden, maar wel de huid. Het had zich verveld. Het oude vel was
in perfecte conditie; niet gescheurd of in stukken, maar helemaal
compleet, tanden inclusief. Ik stopte het
vel in een plastic zak met zo’n schuifritssluiting. Een paar dagen
later vond mijn Vrouw een libelle – tjapung voor de ingewijden. Helemaal
dood, niet mampus maar betul betul mati.
Ik stopte
dit insect bij het slangenvel in de plastic zak met het idee er later
een tekening van te maken voor een houtdruk en sloot de zak weer af.
Toen ik zover was, wat vond ik in die plastic zak? Alleen maar wat
insectenpootjes maar de rest van de tjapung was er niet meer. Tida ada
meneer. Wat vond er in die zak plaats? Heb hoog en laag gezocht maar
niets gevonden, toch was de zak nog steeds hermetisch gesloten. Believe
it or not.
Wouter
Mijn
moeder werd als kind ernstig ziek; hoge koorts en niet willen eten. De
Nederlandse dokters wisten niet wat de oorzaak was en konden slechts
symptoombestrijden. Mijn oma ging naar een lokale genezer om raad. Deze
zag in de slaapkamer van mijn moeder een man dreigend aan haar hoofdeind
staan. Hij gaf mijn oma de raad te verhuizen. Mijn oma volgde zijn
raad op en zocht een nieuw huis verderop in de straat. Op de dag van de
verhuizing begroef de genezer iets in de tuin. Mijn moeder moest toen, zonder om te
kijken,
met een kom rijst in de hand naar het nieuwe huis lopen. Diezelfde avond verdween de koorts en begon mijn moeder weer te
eten. Ze is uiteindelijk blijven eten tot ze 85 kg woog.
Rob
Mijn oma
had aan haar dressoirspiegel een puntzakje hangen waarin ze haren uit
haar borstel en geknipte nagels bewaarde. Als het zakje vol was moest ik
die in de sloot voor het huis leeggooien. Oma was bang dat de vuilnisman,
wanneer hij in het bezit zou komen van deze lichaamsdelen, macht over
haar zou kunnen uitoefenen. Wat de vuilnisman met een oude vrouw van in
de tachtig zou willen is mij nooit duidelijk geworden, maar gelukkig
hebben we dit kunnen voorkomen.
Rob
Nadat
mijn vader was overleden, werd zijn guitaar waarop hij vaak krontjong
speelde, op een dag gestolen. Mijn echtgenoot die ook guitaar speelde,
had hier geen zin meer in en verkocht de zijne. Ik kwam in een
moeilijke periode terecht (scheiding, nieuw bedrijf, enz.) en moest gaan
verhuizen. Enkele dagen voor de verhuizing liep mijn ex voorbij mijn
nieuwe huis en zag tot zijn verbazing mijn vader voor het raam staan.
Toen wij de volgende dag begonnen met het inpakken van mijn spullen,
vonden we de guitaar van mijn vader en die van mijn ex naast elkaar in
de garage. In een kastje met rommel vonden we toen een cassettebandje
dat bij afluisteren bleek te zijn opgenomen tijdens de begrafenis van
mijn vader. Een toevallige samenloop van omstandigheden of steun in
moeilijke tijden?
Cerewet
In
zwoele nachten zaten we meestal onder de Waringin te kletsen. Zoals in
alle culturen werd er ook vaak flink geroddeld, maar als er te erg op de
man/vrouw gespeeld werd dan riep er altijd wel iemand: "Pas op voor de
Pontianak"!! Deze heks, met een gat in de rug waaruit een vreselijke
stank kwam, leeft in bomen en bij begraafplaatsen en zal degene die
teveel kwaad spreekt dood doen neervallen. Behalve door haar geur geeft
ze haar aanwezigheid ook te kennen met babygehuil. Wanneer het geluid
zacht is dan is ze dichtbij en wanneer het geluid hard is dan is ze ver
weg. Sceptici beweren dat het hier gaat om een grote uil waarvan het
gezicht op die van een mens lijkt, maar dit waren meestal Totoks die er
weer eens niets van begrepen.
Ineke
Vanmorgen
2 augustus kreeg ik een telefoontje van Bobby uit zijn vakantie
bestemming. Heel lief dat hij belde en hij had het erg naar zijn zin. Ik
liep terug naar mijn slaapkamer en hoorde met een flinke klap iets
vallen. Het was de spiegel van oma B. die ik van haar heb gekregen.
Jaren stond die op dezelfde plaats en is er nooit wat gebeurd. Indisch
bijgeloof zegt dat dat een bericht is van een sterfgeval wat je
binnenkort hoort. Morgen 3 augustus is oma's sterfdag. Wou oma mij een
seintje geven om het niet te vergeten? Ik hou het op het laatste,
of.........?
Tante Do
In
Indonesië is algemeen bekend dat je 's avonds, tegen zonsondergang,
beter niet meer buiten kan spelen. Dit is omdat er dan (boze) geesten
ronddwalen. Op een avond, tijdens verstoppertje spelen, kon mijn tante
een broer niet meer vinden. Na lang zoeken vonden ze hem boven op een
houtskoolstapel liggen, volkomen apathisch. Ze dachten eerst dat er
niets aan de hand was, maar hij reageerde nergens meer op. Een zus van
tante wist dat, als er een geest in iemand zat, je die moest wegjagen
met witte uien en knijpen in een teen. Zij wreef zijn voeten in met
witte ui en kneep keihard in zijn grote teen. Hij kwam meteen bij en het
gekke was dat hij zich niets meer kon herinneren. Wel heeft hij nog lang
last gehad van behoorlijk stinkende voeten.
Harun
Het was zo'n klamme nacht tijdens de regentijd toen Hans, een
Nederlandse vriend, via de achterdeur naar binnen kwam. Hij had zijn
paraplu open en de kokkie hield hem tegen en zei tegen hem dat een open
paraplu in huis ongeluk zou brengen. Hij lachte haar uit en stak de
draak met ons bijgeloof. Wij lieten dat niet op ons zitten en daagden
hem uit, als hij zo flink was, om een spijker te slaan in het kruis op
het graf van meneer M. die net was overleden. Wij gingen natuurlijk niet
mee en wachtten op zijn terugkeer. Toen hij de volgende dag nog niets
van zich had laten horen, gingen we op het kerkhof kijken en daar lag
Hans, dood door hartstilstand, met zijn mouw aan het kruis genageld.
Ed
Zo hadden we eens een stel oude Indische tantetjes op
bezoek die aan het eind van de avond tegelijkertijd naar huis wilden. Ze
liepen als drie waggelende pinquins naar de deur en de eerste van de
drie moest plotseling niezen. Zonder na te denken liepen ze vervolgens
weer terug naar binnen en namen weer plaats op de bank. Waarom? Vroegen
sommigen zich af. "Nou", vertelde de niezer. "Het brengt ongeluk als je
niest voordat je ergens weggaat". Alle Indo's knikten dat ze ècht gelijk
had en sindsdien neem ik dit ook maar aan, zonder dat ik weet wat soort
ongeluk er dan boven mijn hoofd zou moeten gaan hangen.
Er
poepte eens een vogel op mijn hoofd. Hoewel ik me eerder smerig voelde
en verlangde naar een douche, riep mijn vader: "Meteen naar het casino!
Dat brengt geluk!". Oké, nu grijpen Indo's over het algemeen iedere
denkbare mogelijkheid aan om naar het casino te mogen, maar feit was wel
dat ik diezelfde avond 200 pop rijker was. Puur toeval? Ik dacht het
niet! Een vogel had zijn behoefte op mijn hoofd gedaan, dus het was een
absolute zekerheid dat ik ging winnen.....
En
dit zijn dan nog maar twee opmerkelijke voorbeelden van Indisch
bijgeloof. Er zijn er nog vele te noemen. Een pajung (paraplu) die je
niet in huis mag openen bijvoorbeeld. Of Nooit je nagels 's avonds
knippen. Dit bleek achteraf meer een wijze Indische les, omdat je 's
avonds gewoon niet kan zien waar je knipt. Of het niet mogen eten van
kippenkontjes of kippennekjes, omdat je daar later heel lelijk van zou
worden. Dit bleek weer een smoes van mijn oma die gewoon de lekkerste
stukken van de kip, volgens haar dan teminste, voor haar zelf wilde
houden. Of altijd in een huis gaan wonen dat een huisnummer had dat iets
met een '9' te maken moest hebben. 621 of 72 of 81 of gewoon 9.
Menno
Over gokken
gesproken, mijn vader geloofde er heilig in dat dromen over vissen 100%
garantie zou zijn voor geluk in het gokken. Toen hij in Spanje woonde
belde hij me regelmatig op wanneer hij weer van vissen gedroomd had. Ik
moest dan meteen een staatslot gaan kopen. Hij kon maar niet begrijpen
dat de hoofdprijs steeds aan zijn neus voorbij ging. Omdat dit bijgeloof
voor mij aardig in de papieren begon te lopen, heb ik hem uitgelegd dat
de vissendroom natuurlijk alleen werkt voor de dromer en dat hij dus elke keer
zelf een lot moest kopen.
Rob
Mijn oom broer had op zijn rug een rare bruine plek met haar erop. Hij
legde mij uit hoe dat gekomen was. Ongeveer rond de tijd dat hij geboren
moest worden was zijn vader, tegen de wil van zijn moeder toch op jacht
gegaan. Hij had succes, want die avond schoot hij een varken. Diezelfde
avond beviel zijn moeder te vroeg van oom broer en wat bleek, precies op
de plek waar zijn vader het varken had geschoten bleek bij oom broer die
vlek met haar te zitten. Volgens een Hollandse arts was het een
onschuldige moedervlek, maar oom broer's moeder wist wel beter.
Oom broer
Tijdens de jappentijd logeerden mijn broer en ik bij mijn opa. Hij had
een groot huis met vele bijgebouwen en kamers en in een van die kamers
stond een slijpmachine waarop mijn opa stenen zaagde en polijstte. Boven
de toegangsdeur van de kamer zat voor het toevoeren van frisse lucht,
een raampje van dezelfde breedte als de deur. Op een dag wilde opa
stenen gaan slijpen, maar toen hij de deur wilde openen leek het net of
iemand aan de andere kant de deur tegen hield. Hij riep de tuinman
erbij, maar deze kon de deur ook niet open krijgen. Misschien een geest
(berangkali setan) opperde hij. Mijn nuchtere opa geloofde hier niet in
en dacht dat een van ons misschien een grap aan het uithalen was. Hij
nam een krukje en keek door het raampje boven de deur. Plotseling gaf
hij een schreeuw en toen hij zijn hoofd terug trok stond er duidelijk de
afdruk van een hand op zijn wang. Nu was de boot aan, hij duwde woedend
tegen de deur om de grappenmaker aan de andere kant een lesje te leren.
Deze keer ging de deur wel open, maar eenmaal in de kamer gekomen bleek
er niemand aanwezig te zijn. De tuinman die over zijn rug meekeek
opperde bedeesd: "Misschien toch een berangkali setan toean?
René Persijn
Mijn oudste zwager werd op een gegeven moment (hij is geboren in
Indië) heel erg ziek. Koorts,
schuim op zijn lippen, “witte hadji” roepend. De gewone artsen
wisten zich geen raad. Mijn schoonmoeder heeft een lokale genezer (zij
had er een naam voor, maar die ben ik vergeten) om raad gevraagd. Via de
baboe was zij er achter gekomen dat mijn zwager in zijn onschuld tegen
een waringinboom geplast had en dat hij daardoor bezeten was geraakt
door een boze geest. De genezer gaf haar als raad dat zij, zonder
onderbroek aan, drie keer over de jongen heen moest stappen om de geest
te verdrijven. Zij heeft wel getwijfeld maar omdat haar kind zo ziek was
heeft zij het toch gedaan. De andere morgen was mijn zwager helemaal
genezen!
Henk Walhof
2) Toen
mijn vrouw en ik pas getrouwd waren, hadden wij een plant gekocht, een
Ficus benjaminii. Mijn
schoonmoeder kwam op bezoek en schrok zich een hoedje: dat was een
waringin. Die brengt ongeluk. Ze bleef er maar op aandringen dat we die
plant weg moesten doen. Ik vond hem mooi en had niets met bijgeloof (hoe
spannend de verhalen ook waren). Uiteindelijk heb ik een kruisje in de
pot begraven om mijn schoonmoeder (zij was katholiek en heel gelovig)
gerust te stellen. Maar
wat wil nou het geval: de ficus verloor steeds veel blad en groeide
absoluut niet meer. Hoe ik hem verder ook verzorgde, het bleef een
onooglijke plant. Of dat door dat kruisje kwam? Uiteindelijk heb ik hem
toch maar weggedaan.
Henk Walhof
Het was heel
kort voor de PKI aktie, de communistische coupe in 1965, maar
hiervan was totaal geen sprake. Ik woonde in Kebayoran Jakarta in de
dj. Wijaja. In die straat lag arm en rijk door elkaar. Villa's naast
gubukhuisjes, graven waar bamboongs (wilde occupanten) op lagen te
slapen, gewoon op grafstenen. Ik werkte bij Mirandolle Voute. De
Nederlanders als experts mochten van Soekarno terugkomen, maar
mochten nog niet een echte vestiging hebben. Ze mochten een ruimte
hebben, waar ze hun kantoorzaken konden regelen. Eerst zat het
kantoor bij Hotel Indonesia, toen nog gloednieuw. Daar heb ik dan
ook in een kamer gewerkt. Maar het mocht niet lang duren, toen
mochten ze, verhuizen en dat was dan, in een villa in de Widjaja
straat, tussen bamboongs en gubuks. Ik ging altijd met de becak naar
en van mijn werk . Het moet iets van in de derde week van september
1965 geweest zijn. Ik reed in de becak en opeens stak er een hele
mooie vrouw, best zwaar opgemaakt, net een sirimpi, keek met haar
bijzondere mooie ogen naar mij , en maakte een gebaar of ze mee
mocht liften en naast me mocht zitten, ik schudde mijn hoofd en
gilde het uit, want ik was bang dat ze overreden werd door onze
becak. Het was net of de becak gewoon over haar heen reed en ik zag
haar nergens meer. Ik vroeg de betjakman, heb je die vrouw dan niet
gezien.? Hij zei "neen", "je had haar gewoon kunnen overrijden, maar
ik zie haar nergens meer" En de betjakman wist niet hoe hij het had,
vroeg nogmaals hoe ze er uit zag, ik zei een hele mooie sirimpi
vrouw, zwaar getjelakte ogen.Hij werd zo bang en gilde het bijna uit,
"weet je wel"zei hij, dat links van ons allemaal graven zijn?" Het
waren allemaal gubukhuizen. En inderdaad waren er waarnemingen
geweest en mijn beschrijving klopte. Thuis gekomen, bibberde ik nog
en vertelde wat ik meegemaakt had, "Goh meis, dan heb jij dus haar
echt gezien?" En had ze een gat in haar rug? Neen, ze stond gewoon
voor de betjak en naar mij vragend te kijken. "Je hebt een soendel
bolong gezien" dat zeiden de zonen van de kennis bij wie ik in de
kost was. Kuntil anak, dat is volgens mij midden javaans en ook west
javaans, in het oosten noemden ze haar soendel bolong. Het gebeuren
was inderdaad in magribtijd (schemering).
Het was 30 sept.
Zoals altijd kon ik direct van
mijn werk een becak krijgen,maar er was geen een te vinden, wel zag
ik een troep javanen gemaskerd met bamboe runtjings of speren lopen. Velen
hadden zo'n hele doek over zich heen en alleen hadden ze gaten voor
de ogen. Ik werd bang, want ik moest naar rechts en zij kwamen van
links en liepen dus achter me en ze schreeuwden NeoKolim Neokolim.
Het klonk dreigend (neokolim betekent neo kolonialisme )
Hun stemmen kwamen steeds dichter bij me . Ik liep vlug, biddend,
maar ik toonde toch geen angst, want ik keek niet om en opeens werd
het doodstil, nadat ik een eind gelopen had, zag ik dat ze naar
rechts een straatje ingegaan waren.
Toen ben ik gaan hollen naar huis. Waar ik te horen kreeg wat er
allemaal gebeurd was en dat ze op straat gewoon ook aan het moorden
waren en de stoet had mij gezien dat ik uit een hollands huis kwam,
waar de hollandse vlag hing. Veel, veel later, realiseerde ik me dat
juist op de plek waar ik niets meer hoorde, dat het de plek was waar
ik die mooie serimpi gezien had. Hoe meer ik er aan denk, ik krijg
er nu nog kippenvel van. Ja,hoe meer ik er zeker van ben, dat zij
mij gered heeft . Zij was mijn beschermengel.
Dit is echt
gebeurd, als ik er aan denk, word ik erg emotioneel. Ik heb ook
direct de plane gepakt en ben teruggegaan naar Surabaya.
Harrie