13-07-12

Home
de Rantang
Leuk, leuker, leukst
Goena Goena
Waar ik woon
Reacties

 

 
 

Wanneer na het eten de volwassenen begonnen met  vertellen, dan hielden wij ons zo stil mogelijk om te voorkomen dat we naar bed moesten. De ooms vertelden dan stoere verhalen over jagen, vissen en hoe ze gelachen hadden in het jappenkamp. De tantes hadden meer interesse in koken, kwaaltjes en onverklaarbare zaken.

Deze verhalen over Goena Goena en Stille Kracht zijn een wezenlijk onderdeel van mijn/onze Indische wortels en graag zou ik deze wonderlijke verhalen verzamelen "ter lering ende vermaak."

Heb je zo'n wonderlijk verhaal, mail me dat dan. Ik zal het graag op de site zetten.

Share |
 -------------------------------

 

 

Peggy, een nichtje van mijn moeder woonde voor haar studie bij Oma Lucy in huis, als zusje en vriendin van mijn moeder. Ze overleed echter onverwacht en men hield een wake waarbij mijn moeder ook aanwezig was. Om de baar waar het nichtje lag, werd fijn rijstemeel gestrooid om te zien of ze door geesten werd bezocht. In de ochtend stonden er afdrukken van een kindervoetje rond de baar, terwijl niemand was weggeweest en niemand in slaap was gevallen. Voor iedereen was dit kindervoetje het bewijs dat Peggy door een goede geest was opgehaald.

Mady

 

 

Een vriendin van mijn oma Lucy lag opgebaard. Het was bekend dat ze ruzie had gehad met een vriendin waaraan ze een grondige hekel had gekregen. Ze wilde deze ex-vriendin ook nooit meer zien. Er werd een wake gehouden en familie, vrienden en buren kwamen  afscheid nemen. De voormalige vriendin was niet uitgenodigd, maar toen ze zo brutaal was om toch te komen, begon het lijk vreselijk te stinken. De vrouw werd gevraagd weg te gaan, waarna de stank vrijwel meteen verdween.

Mady

 

 

Het was oktober. Hier in het diepe zuiden van Frankrijk wordt het koud  (ja zelfs hier, maar dat is een geheim). Sommige dieren -zelfs mensen- gaan dan nog meer zuidelijk. Slangen kunnen dat niet en zoeken  een warm plekje voor de winter. Een ervan besloot in mijn werkplaats te overwinteren. Het slangetje heb ik nog niet gevonden, maar wel de huid. Het had zich verveld. Het oude vel was in perfecte conditie; niet gescheurd of in stukken, maar helemaal compleet, tanden  inclusief.  Ik stopte het vel in een  plastic zak met zo’n  schuifritssluiting. Een paar dagen later vond mijn Vrouw een libelle – tjapung voor de ingewijden. Helemaal dood, niet mampus maar betul betul mati. Ik stopte dit insect bij het slangenvel in de plastic zak met het idee er later een  tekening van te maken voor een houtdruk en sloot de zak weer af. Toen ik zover was, wat vond ik in die plastic zak? Alleen maar wat insectenpootjes maar de rest van de tjapung was er niet meer. Tida ada meneer. Wat  vond er in die zak plaats? Heb hoog en laag gezocht maar niets gevonden, toch was de zak nog steeds hermetisch gesloten. Believe it or not.

Wouter

 

 

Mijn moeder werd als kind ernstig ziek; hoge koorts en niet willen eten. De Nederlandse dokters wisten niet wat de oorzaak was en konden slechts symptoombestrijden. Mijn oma ging naar een lokale genezer om raad. Deze zag in de slaapkamer van mijn moeder een man dreigend aan haar hoofdeind staan. Hij gaf mijn oma de raad  te verhuizen. Mijn oma volgde zijn raad op en zocht een nieuw huis verderop in de straat. Op de dag van de verhuizing begroef de genezer iets in de tuin. Mijn moeder moest toen, zonder om te kijken, met een kom rijst in de hand naar het nieuwe huis lopen. Diezelfde avond verdween de koorts en begon mijn moeder weer te eten. Ze is uiteindelijk blijven eten tot ze 85 kg woog.

Rob

 

Mijn oma had aan haar dressoirspiegel een puntzakje hangen waarin ze haren uit haar borstel en geknipte nagels bewaarde. Als het zakje vol was moest ik die in de sloot voor het huis leeggooien. Oma was bang dat de vuilnisman, wanneer hij in het bezit zou komen van deze lichaamsdelen, macht over haar zou kunnen uitoefenen. Wat de vuilnisman met een oude vrouw van in de tachtig zou willen is mij nooit duidelijk geworden, maar gelukkig hebben we dit kunnen voorkomen.

Rob

 

Nadat mijn vader was overleden, werd zijn guitaar waarop hij vaak krontjong speelde, op een dag gestolen. Mijn echtgenoot die ook guitaar speelde, had hier geen zin meer in en verkocht de zijne. Ik kwam in een moeilijke periode terecht (scheiding, nieuw bedrijf, enz.) en moest gaan verhuizen. Enkele dagen voor de verhuizing liep mijn ex voorbij mijn nieuwe huis en zag tot zijn verbazing mijn vader voor het raam staan. Toen wij de volgende dag begonnen met het inpakken van mijn spullen, vonden we de guitaar van mijn vader en die van mijn ex naast elkaar in de garage. In een kastje met rommel vonden we toen een cassettebandje dat bij afluisteren bleek te zijn opgenomen tijdens de begrafenis van mijn vader. Een toevallige samenloop van omstandigheden of steun in moeilijke tijden?

Cerewet

 

In zwoele nachten zaten we meestal onder de Waringin te kletsen. Zoals in alle culturen werd er ook vaak flink geroddeld, maar als er te erg op de man/vrouw gespeeld werd dan riep er altijd wel iemand: "Pas op voor de Pontianak"!! Deze heks, met een gat in de rug waaruit een vreselijke stank kwam, leeft in bomen en bij begraafplaatsen en zal degene die teveel kwaad spreekt dood doen neervallen. Behalve door haar geur geeft ze haar aanwezigheid ook te kennen met babygehuil. Wanneer het geluid zacht is dan is ze dichtbij en wanneer het geluid hard is dan is ze ver weg. Sceptici beweren dat het hier gaat om een grote uil waarvan het gezicht op die van een mens lijkt, maar dit waren meestal Totoks die er weer eens niets van begrepen.

Ineke

 

Vanmorgen 2 augustus kreeg ik een telefoontje van Bobby uit zijn vakantie bestemming. Heel lief dat hij belde en hij had het erg naar zijn zin. Ik liep terug naar mijn slaapkamer en hoorde met een flinke klap iets vallen. Het was de spiegel van oma B. die ik van haar heb gekregen. Jaren stond die op dezelfde plaats en is er nooit wat gebeurd. Indisch bijgeloof zegt dat dat een bericht is van een sterfgeval wat je binnenkort hoort. Morgen 3 augustus is oma's sterfdag. Wou oma mij een seintje geven om het niet te vergeten? Ik hou het op het laatste, of.........?

 Tante Do

 

In Indonesië is algemeen bekend dat je 's avonds, tegen zonsondergang, beter niet meer buiten kan spelen. Dit is omdat er dan (boze) geesten ronddwalen. Op een avond, tijdens verstoppertje spelen, kon mijn tante een broer niet meer vinden. Na lang zoeken vonden ze hem boven op een houtskoolstapel liggen, volkomen apathisch. Ze dachten eerst dat er niets aan de hand was, maar hij reageerde nergens meer op. Een zus van tante wist dat, als er een geest in iemand zat, je die moest wegjagen met witte uien en knijpen in een teen. Zij wreef zijn voeten in met witte ui en kneep keihard in zijn grote teen. Hij kwam meteen bij en het gekke was dat hij zich niets meer kon herinneren. Wel heeft hij nog lang last gehad van behoorlijk stinkende voeten.

Harun

 

Het was zo'n klamme nacht tijdens de regentijd toen Hans, een Nederlandse vriend, via de achterdeur naar binnen kwam. Hij had zijn paraplu open en de kokkie hield hem tegen en zei tegen hem dat een open paraplu in huis ongeluk zou brengen. Hij lachte haar uit en stak de draak met ons bijgeloof. Wij lieten dat niet op ons zitten en daagden hem uit, als hij zo flink was, om een spijker te slaan in het kruis op het graf van meneer M. die net was overleden. Wij gingen natuurlijk niet mee en wachtten op zijn terugkeer. Toen hij de volgende dag nog niets van zich had laten horen, gingen we op het kerkhof kijken en daar lag Hans, dood door hartstilstand, met zijn mouw aan het kruis genageld.

Ed

 

Zo hadden we eens een stel oude Indische tantetjes op bezoek die aan het eind van de avond tegelijkertijd naar huis wilden. Ze liepen als drie waggelende pinquins naar de deur en de eerste van de drie moest plotseling niezen. Zonder na te denken liepen ze vervolgens weer terug naar binnen en namen weer plaats op de bank. Waarom? Vroegen sommigen zich af. "Nou", vertelde de niezer. "Het brengt ongeluk als je niest voordat je ergens weggaat". Alle Indo's knikten dat ze ècht gelijk had en sindsdien neem ik dit ook maar aan, zonder dat ik weet wat soort ongeluk er dan boven mijn hoofd zou moeten gaan hangen.

 Er poepte eens een vogel op mijn hoofd. Hoewel ik me eerder smerig voelde en verlangde naar een douche, riep mijn vader: "Meteen naar het casino! Dat brengt geluk!". Oké, nu grijpen Indo's over het algemeen iedere denkbare mogelijkheid aan om naar het casino te mogen, maar feit was wel dat ik diezelfde avond 200 pop rijker was. Puur toeval? Ik dacht het niet! Een vogel had zijn behoefte op mijn hoofd gedaan, dus het was een absolute zekerheid dat ik ging winnen.....

 En dit zijn dan nog maar twee opmerkelijke voorbeelden van Indisch bijgeloof. Er zijn er nog vele te noemen. Een pajung (paraplu) die je niet in huis mag openen bijvoorbeeld. Of Nooit je nagels 's avonds knippen. Dit bleek achteraf meer een wijze Indische les, omdat je 's avonds gewoon niet kan zien waar je knipt. Of het niet mogen eten van kippenkontjes of kippennekjes, omdat je daar later heel lelijk van zou worden. Dit bleek weer een smoes van mijn oma die gewoon de lekkerste stukken van de kip, volgens haar dan teminste, voor haar zelf wilde houden. Of altijd in een huis gaan wonen dat een huisnummer had dat iets met een '9' te maken moest hebben. 621 of 72 of 81 of gewoon 9.

 Menno

 

Over gokken gesproken, mijn vader geloofde er heilig in dat dromen over vissen 100% garantie zou zijn voor geluk in het gokken. Toen hij in Spanje woonde belde hij me regelmatig op wanneer hij weer van vissen gedroomd had. Ik moest dan meteen een staatslot gaan kopen. Hij kon maar niet begrijpen dat de hoofdprijs steeds aan zijn neus voorbij ging. Omdat dit bijgeloof voor mij aardig in de papieren begon te lopen, heb ik hem uitgelegd dat de vissendroom natuurlijk alleen werkt voor de dromer en dat hij dus elke keer zelf een lot moest kopen.

Rob

 

Mijn oom broer had op zijn rug een rare bruine plek met haar erop. Hij legde mij uit hoe dat gekomen was. Ongeveer rond de tijd dat hij geboren moest worden was zijn vader, tegen de wil van zijn moeder toch op jacht gegaan. Hij had succes, want die avond schoot hij een varken. Diezelfde avond beviel zijn moeder te vroeg van oom broer en wat bleek, precies op de plek waar zijn vader het varken had geschoten bleek bij oom broer die vlek met haar te zitten. Volgens een Hollandse arts was het een onschuldige moedervlek, maar oom broer's moeder wist wel beter.

Oom broer

 

Tijdens de jappentijd logeerden mijn broer en ik bij mijn opa. Hij had een groot huis met vele bijgebouwen en kamers en in een van die kamers stond een slijpmachine waarop mijn opa stenen zaagde en polijstte. Boven de toegangsdeur van de kamer zat voor het toevoeren van frisse lucht, een raampje van dezelfde breedte als de deur. Op een dag wilde opa stenen gaan slijpen, maar toen hij de deur wilde openen leek het net of iemand aan de andere kant de deur tegen hield. Hij riep de tuinman erbij, maar deze kon de deur ook niet open krijgen. Misschien een geest (berangkali setan) opperde hij. Mijn nuchtere opa geloofde hier niet in en dacht dat een van ons misschien een grap aan het uithalen was. Hij nam een krukje en keek door het raampje boven de deur. Plotseling gaf hij een schreeuw en toen hij zijn hoofd terug trok stond er duidelijk de afdruk van een hand op zijn wang. Nu was de boot aan, hij duwde woedend tegen de deur om de grappenmaker aan de andere kant een lesje te leren. Deze keer ging de deur wel open, maar eenmaal in de kamer gekomen bleek er niemand aanwezig te zijn. De tuinman die over zijn rug meekeek opperde bedeesd: "Misschien toch een berangkali setan toean?

René Persijn

 

     Mijn oudste zwager werd op een gegeven moment (hij is geboren in Indië) heel erg ziek. Koorts, schuim op zijn lippen, “witte hadji” roepend. De gewone artsen wisten zich geen raad. Mijn schoonmoeder heeft een lokale genezer (zij had er een naam voor, maar die ben ik vergeten) om raad gevraagd. Via de baboe was zij er achter gekomen dat mijn zwager in zijn onschuld tegen een waringinboom geplast had en dat hij daardoor bezeten was geraakt door een boze geest. De genezer gaf haar als raad dat zij, zonder onderbroek aan, drie keer over de jongen heen moest stappen om de geest te verdrijven. Zij heeft wel getwijfeld maar omdat haar kind zo ziek was heeft zij het toch gedaan. De andere morgen was mijn zwager helemaal genezen!

Henk Walhof

 

2)  Toen mijn vrouw en ik pas getrouwd waren, hadden wij een plant gekocht, een Ficus benjaminii. Mijn schoonmoeder kwam op bezoek en schrok zich een hoedje: dat was een waringin. Die brengt ongeluk. Ze bleef er maar op aandringen dat we die plant weg moesten doen. Ik vond hem mooi en had niets met bijgeloof (hoe spannend de verhalen ook waren). Uiteindelijk heb ik een kruisje in de pot begraven om mijn schoonmoeder (zij was katholiek en heel gelovig) gerust te stellen. Maar wat wil nou het geval: de ficus verloor steeds veel blad en groeide absoluut niet meer. Hoe ik hem verder ook verzorgde, het bleef een onooglijke plant. Of dat door dat kruisje kwam? Uiteindelijk heb ik hem toch maar weggedaan.

Henk Walhof

 

Het was heel kort voor de PKI aktie, de communistische coupe in 1965, maar hiervan was totaal geen sprake. Ik woonde in Kebayoran Jakarta in de dj. Wijaja. In die straat lag arm en rijk door elkaar. Villa's naast gubukhuisjes, graven waar bamboongs (wilde occupanten) op lagen te slapen, gewoon op grafstenen. Ik werkte bij Mirandolle Voute. De Nederlanders als experts mochten van Soekarno terugkomen, maar mochten nog niet een echte vestiging hebben. Ze mochten een ruimte hebben, waar ze hun kantoorzaken konden regelen. Eerst zat het kantoor bij Hotel Indonesia, toen nog gloednieuw. Daar heb ik dan ook in een kamer gewerkt. Maar het mocht niet lang duren, toen mochten ze, verhuizen en dat was dan, in een villa in de Widjaja straat, tussen bamboongs en gubuks. Ik ging altijd met de becak naar en van mijn werk . Het moet iets van in de derde week van september 1965 geweest zijn. Ik reed in de becak en opeens stak er een hele mooie vrouw, best zwaar opgemaakt, net een sirimpi, keek met haar bijzondere mooie ogen naar mij , en maakte een gebaar of ze mee mocht liften en naast me mocht zitten, ik schudde mijn hoofd en gilde het uit, want ik was bang dat ze overreden werd door onze becak. Het was net of de becak gewoon over haar heen reed en ik zag haar nergens meer. Ik vroeg de betjakman, heb je die vrouw dan niet gezien.? Hij zei "neen", "je had haar gewoon kunnen overrijden, maar ik zie haar nergens meer" En de betjakman wist niet hoe hij het had, vroeg nogmaals hoe ze er uit zag, ik zei een hele mooie sirimpi vrouw, zwaar getjelakte ogen.Hij werd zo bang en gilde het bijna uit, "weet je wel"zei hij, dat links van ons allemaal graven zijn?" Het waren allemaal gubukhuizen. En inderdaad waren er waarnemingen geweest en mijn beschrijving klopte. Thuis gekomen, bibberde ik nog en vertelde wat ik meegemaakt had, "Goh meis, dan heb jij dus haar echt gezien?" En had ze een gat in haar rug? Neen, ze stond gewoon voor de betjak en naar mij vragend te kijken. "Je hebt een soendel bolong gezien" dat zeiden de zonen van de kennis bij wie ik in de kost was. Kuntil anak, dat is volgens mij midden javaans en ook west javaans, in het oosten noemden ze haar soendel bolong. Het gebeuren was inderdaad in magribtijd (schemering).
 
Het was 30 sept. Zoals altijd kon ik direct van mijn werk een becak krijgen,maar er was geen een te vinden, wel zag ik een troep javanen gemaskerd met bamboe runtjings of speren lopen. Velen hadden  zo'n hele doek over zich heen en alleen hadden ze gaten voor de ogen. Ik werd bang, want ik moest naar rechts en zij kwamen van links en liepen dus achter me en ze schreeuwden NeoKolim Neokolim. Het klonk dreigend (neokolim betekent neo kolonialisme ) Hun stemmen kwamen steeds dichter bij me . Ik liep vlug, biddend, maar ik toonde toch geen angst, want ik keek niet om en opeens werd het doodstil, nadat ik een eind gelopen had, zag ik dat ze naar rechts een straatje ingegaan waren. Toen ben ik gaan hollen naar huis. Waar ik te horen kreeg wat er allemaal gebeurd was en dat ze op straat gewoon ook aan het moorden waren en de stoet had mij gezien dat ik uit een hollands huis kwam, waar de hollandse vlag hing. Veel, veel later, realiseerde ik me dat juist op de plek waar ik niets meer hoorde, dat het de plek was waar ik die mooie serimpi gezien had. Hoe meer ik er aan denk, ik krijg er nu nog kippenvel van. Ja,hoe meer ik er zeker van ben, dat zij  mij gered heeft . Zij was mijn beschermengel.
Dit is echt gebeurd, als ik er aan denk, word ik erg emotioneel. Ik heb ook direct de plane gepakt en ben teruggegaan naar Surabaya.

Harrie

 
 
 


 

 

 

 

 


 

Home | de Rantang | Leuk, leuker, leukst | Goena Goena | Waar ik woon | Reacties

Laatste update 13-07-12